Anatomie 2 – De onderkant van de hoef

De buitenkant van de hoef vormt een soort schoen of capsule en bestaat uit verschillende soorten speciale, harde huid of nagelweefsel. De hoefcapsule vernieuwt zichzelf constant. De hoefcapsule verpakt en beschermt de gevoelige delen van de binnenkant van de hoef.

Onderkant van de hoef
De onderkant van de hoef zien we een paar minuten per dag als we de hoeven uitkrabben. Herken je alle onderdelen en zien ze er ook uit zoals ze eruit horen te zien? Een goed idee is om de hoeven af en toe goed schoon te schrobben met een stevige borstel en sop en dan de onderkant goed te bekijken. Zelfs als je al jaren de hoeven van je eigen paard trimt kun je dan soms nog nieuwe dingen ontdekken of veranderingen waarnemen.

onderkant

Herken jij alle onderdelen bij je eigen paard?

Hoefwand (draagrand), hielen en steunsels
In het nederlands heet de onderzijde van de hoefwand draagrand. Omdat dit deel van de hoef niet bedoeld is om al het gewicht van het paard te dragen noemen we dit deel meestal gewoon hoefwand. De hoefwand wordt onderverdeeld in verschillende zones: toon, kwartieren, hiel (verzenen) en steunsels. Omdat ook steunsels geen actief steunende functie horen te hebben noemen we die vaak ook bars, zoals in het engels. De hoefwand is opgebouwd uit twee lagen, de buitenste laag is in donkere hoeven gepigmenteerd, de binnenste laag, of waterlijn, is altijd ongepigmenteerd en daardoor wit. De hoefwand is te vergelijken met onze vingernagel.

Straal en hoefballen
De straal is het V-vormige kussen van de voet, en is vergelijkbaar met een vingertop of het teenkussen van een hond. De straal is een speciaal soort eeltachtige huid. Het materiaal van een gezonde straal is vergelijkbaar met het rubber van een autoband: stevig maar flexibel en goed bestand tegen slijtage.

stralen

Stralen horen meer dan 2/3 van de lengte van de zool te bedekken en breed te zijn aan de achterkant. Foto midden: Dit is geen goed ontwikkelde straal

Een goede straal in een gezonde hoef bedekt ongeveer 2/3e van de lengte van de hoef. Het midden van de straal hoort in het midden geen diepe middelgroeve te hebben, alleen een oppervlakkig kuiltje. De straal begint dun bij de punt en wordt dikker richting de achterkant van de voet. Daar gaat de straal naadloos over in de hoefbal die eindigt bij de haarlijn. De haarlijn van een gezonde hoef loopt aan de hielzijde van de hoef parallel met de grond.

De straal moet in contact staan met de grond om z’n onmisbare rol bij het hoefmechanisme en schokdemping te kunnen vervullen. De straal zorgt er voor dat het paard kan voelen waar hij loopt. Daarnaast heeft de straal een anti slip werking die voorkomt dat het paard uitglijdt.

Witte lijn
De witte lijn is de verbinding tussen de interne hoef en de hoefwand en is te vergelijken met ons nagelbed. De witte lijn bevat normaal gesproken wat vuil en ziet er uit als een bruine of zwarte lijn. Een schoongevijlde witte lijn heeft een wasachtige gele kleur. Een gezonde, sterke witte lijn is ongeveer 1 à 2 millimeter wijd. Bij meer breedte is de witte lijn opgerekt.

wittelijn

Dezelfde hoef voor en na trimmen. Na de trim is de witte lijn beter herkenbaar.

Als je de witte lijn van dichtbij bekijkt zie je een soort streepjes. Dit zijn de lamellen van de hoefwand. Zowel de binnenkant van de hoefwand als het corium (lederhuid) zijn bedekt met dit soort lamellen die als een soort ritsluiting of klittenband een enorm sterke verbinding maken tussen de beschermende hoefcapsule en de gevoelige binnenkant van de hoef.

Zool
De zool van de hoef bedekt het hele oppervlak vanaf de hoefwand tot aan de straal in het diepste punt van de zijdelingse straalgroeven. De zool bestaat uit hard nagel weefsel en valt niet te vergelijken met een deel van de menselijke anatomie, maar wel met de onderkant (subunguis) van een klauw van bijvoorbeeld en hond of kat.

unguis

Paardenhoef- Menselijke vinger – Klauw van een hond.
De mens heeft geen onderdeel dat te vergelijken is met de zool van de hoef

De zool volgt in een gezonde hoef de vorm van de onderkant van het hoefbeen en heeft hierdoor een lichte welving (concaviteit) die onder invloed van het gewicht van het paard in beweging platter gedrukt wordt (hoefmechanisme). De buitenste rand van de zool maakt deel uit van het dragende oppervlak.

De levende zool heeft een wasachtige gele kleur in witte hoeven of een grijze kleur in donkere hoeven. Een gezonde zool die in aanraking komt met verschillende soorten ondergrond blijft vanzelf schoon en heeft de textuur van hard leer. Bij paarden met een lange hoefwand of die op zachte ondergrond leven slijt het dode zoolweefsel niet af en wordt de levende zool bedekt met een zacht rommelig laagje. Dit kan er met hoevenkrabber of mes vanaf geschraapt worden.

Als de hoefwand stevig verbonden is met de interne structuur van de voet en de hoef is in goede conditie zal de zool hol zijn. Paarden met platte zolen lopen vaak gevoelig omdat de zool niet in staat is het hoefbeen en corium van de grond af te houden.

Spraakverwarring
De naamgeving van de onderdelen van de onderkant van de hoef zijn verwarrend.
– De draagrand hoort niet dragend te zijn
– De steunsels zijn niet bedoeld om te steunen
– De witte lijn is niet wit
– De zool is niet te vergelijken met de zool van onze voet

Artikelen over de anatomie van de hoef:

Anatomie deel 1 – De binnenkant van de hoef
Anatomie deel 2 – De onderkant van de hoef
Anatomie deel 3 – De buitenkant van de hoef
Anatomie deel 4 – De achterkant van de hoef
Stralen, de kussens van de hoef
Steunsels
Groei en verbinding van de hoef

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *