Alle zoogdieren hebben een zelfde soort ‘bouwplan’. Om het paard en zijn voeten beter te begrijpen is het een idee om ze eens te vergelijken met de voeten van ander diersoorten inclusief die van onszelf. De menselijke anatomie vertoont veel overeenkomsten met die van het paard.
Botten
De meest uiteenlopende dieren van vleermuis tot walvis hebben dezelfde botten in dezelfde volgorde. De afmetingen, verhoudingen van de verschillende anatomische onderdelen zijn in de loop van de evolutie veranderd onder invloed van de levensstijl van de soorten: van zwemmen, vliegen, klimmen, rennen, graven of friemelen…
De botten in het paardenbeen zijn gemakkelijk te herkennen in onze eigen hand (op het plaatje een Oerang Oetang hand) en in de benen van andere dieren:
Mens Middenhandsbeen 1e vingerkootje 2e vingerkootje 3e vingerkootje
Paard Pijpbeen P1 – Kootbeen P2 – Kroonbeen P3 – Hoefbeen
Het laatste bot van de ledematen wordt bij al deze 6 diersoorten beschermd door hoorn materiaal. De bescherming komt in de vorm van nagels, klauwen of hoeven. De mensaap is de enige van deze 6 die alleen een beschermende nagel aan de bovenkant heeft. De andere 5 diersoorten hebben een nagel die uit twee stukken bestaat: De unguis voor bescherming van boven (nagel of hoefwand), de subunguis voor bescherming van onderen (zool van het paard of onderzijde van de klauw).
Kussens
Zoogdieren lopen op 3 verschillende manieren: Op de gehele zool, op de vingers/tenen of op de vingertoppen. De mens en de beer zijn zoolgangers, honden en katten zijn teengangers, koeien en paarden zijn topgangers. De mens (zoolganger) loopt op drie sets kussentjes: de hiel, bal van de voet en de teenkussentjes. De hond loopt op twee sets kussentjes. Het paard loopt (als het goed is) op één kussen. En dit is de straal!
Straal = kussen
De straal is een super belangrijk onderdeel van de paardenhoef! Helaas weten niet veel mensen dat en is de straal in veel paarden zo aangetast door rotstraal dat het slechts een klein, ziek en onderontwikkeld dingetje is op de bodem van de zool. De straal hoort een groot deel van de zool te bedekken en op de grond te staan. Het weefsel van de straal moet hard, flexibel en net moeilijk verslijtbaar te zijn als een autoband. Het is een onmisbaar onderdeel van de paardenhoef voor grip, schokdemping en tastzin. Geen straal geen paard!
Zwilwrat en ergot
Overblijfselen van eeltkussens die het paard niet (meer) gebruikt om op te lopen zijn de zwilwrat en in sommige paarden het spoortje of ergot. Het eeltachtige weefsel van de zwilwrat lijkt sterk op dat van een gezonde straal en vervelt op dezelfde manier in laagjes.
Tot voor kort werd aangenomen dat de zwilwrat en ergot overblijfselen waren van respectievelijk de duim en de pink. Dat klopt niet. De zwilwrat zit boven het gewricht in het voorbeen en onder het gewricht in het achterbeen. De ergot zit in het midden van de kogel. Restanten van de pink kunnen niet midden tussen de restanten van de wijs en middelvinger (griffelbeentjes) terecht zijn gekomen.
Onevenhoevigen
Kijk ook eens naar de onderkant van de hoeven die evolutionair gezien vrij dicht bij het paard staan. Dit zijn de voeten van onevenhoevigen: De neushoorn, de tapir en het paard. Hoewel de neushoorn en de tapir op meer tenen lopen dan het paard zijn het eveneens topgangers. Ze lopen duidelijk op de kussens van hun voet.
Er is geen enkel zoogdier te vinden dat niet op één of meer kussens van de voet loopt. Behalve veel gedomesticeerde paarden, paarden met rotstraal en paarden met hoefijzers. Gebrek aan grondcontact van de straal is de oorzaak van veel paardenleed.
Paardachtigen vergelijken
Het zou interessant zijn om de hoeven van de verschillende paardachtigen te vergelijken. Ik ben hiervoor op zoek naar foto’s van bijvoorbeeld de zolen van wilde zebra’s en przwalskipaarden. Ik heb hiervoor al naar verschillende Afrikaans jachtclubs en naar de reservaten in Mongolië ge-emaild, maar helaas nog zonder resultaat.
Wel kwam ik deze foto van een wilde ezel tegen. Heel duidelijk te zien in de ezelvoet is dat de zachtere onderdelen zich in de achterkant van de voet bevinden en de hardere onderdelen aan de voorzijde. Voor en achter zijn in een paardenhoef maximaal geintegreerd. Vergelijk die hoeven met de teen van een hond dan zie je dat elke teen zowel een kussen als nagel bevat maar dat bij de ene diersoort die onderdelen meer los van elkaar staan en bij andere diersoorten ze meer met elkaar verweven zijn.