De voet van het paard binnenin de hoefcapsule is, net als de rest van zijn lichaam, geheel bekleed met dermis (lederhuid). Het dermis bevat onder andere bloedvaten en zenuwen. Het dermis ‘weet’ precies wat voor soort externe laag (epidermis of opperhuid) het moet aanmaken om een specifieke plek van het lichaam te beschermen: Behaarde huid, manenkam, wimpers, en dergelijke. Ook de verschillende typen dermis van de voet maken epidermis aan dat geschikt is voor (de functie van) een bepaalde plek: hoefwand, perioplum, zool, straal, steunsels en hoefballen. Die verschillende soorten epidermis vormen gezamelijk de hoefcapsule.
In dit artikel kijken we hoe de hoef groeit en hoe de hoefcapsule verbonden is met de voet van binnen.
Papillen
Het dermis van de kroonrand, zool en straal zijn bekleed met puntige sprietjes: de papillen. De papillen maken hoorncellen aan die, als ze afsterven, het tussenhoorn vormen. Het nieuwere hoorn duwt het oudere hoorn verder naar beneden. In het hoorn laat elke papil een afdruk na dat daardoor een pijpje vormt. Je kunt de pijpjes met het blote oog waarnemen als de vertikale lijntjes aan de buitenkant van de hoefwand, vandaar de naam ‘pijpjeshoorn’. Ook de uiteinden van de zoolhoornpijpjes kun je herkennen als de stippeltjes structuur onderop de zool.
Welk dermis produceert welk type hoorn?
Het dermis van de kroonrand produceert het sterke pijpjeshoorn van de hoefwand
Het dermis van de perioplum band produceert het zachte beschermlaagje perioplum
Het dermis van de zool produceert het flexibele zoolhoorn (levende zool)
Het dermis van het straalkussen produceert het zachtere straalhoorn (levende straal)
Het dermis onderop de hoefkraakbeenderen produceert het steunselhoorn
Pijpjeshoorn
De pijpjes van de hoefwand ondervinden alleen natuurlijke slijtage aan de uiteinden. Onder zijwaartse druk kunnen ze naar voren en opzij verbuigen. Daarnaast kunnen de pijpjes losscheuren van elkaar als de hoefwand onder verkeerd verdeelde druk staat (haarscheurtjes of barsten in de hoefwand). Deze foto van Anne Schuite is illustratief voor de principes van de hoornpijpjes. De hoornpijpjes horen allemaal parallel aan elkaar te lopen in de juiste hoek. Het doel van hoefonderhoud is alle pijpjes op de juiste lengte te houden en verkeerde druk op de pijpjes te verwijderen.
Lamellen – plaatjeslaag
Het dermis aan de voor- en zijkant van de voet (dat het hoefbeen en hoekraakbeen bedekt) is bekleed met dermale lamellen; een ribbelachtige lederhuid die er voor zorgt dat de hoefwand heel goed vast blijft zitten aan de voet maar toch naar beneden kan groeien. De hoefwand bevat aan de binnenkant epidermale lamellen. De epidermale lamellen en de dermale lamellen passen perfect in elkaar en zorgen voor een sterke verbinding die te vergelijken is met klittenband. Deze verbinding wordt plaatjeslaag genoemd.
Elke hoef heeft ongeveer 500 tot 600 primaire lamellen die elk voorzien zijn van ‘zijtakjes’, 150 tot 200 secundaire lamellen. Dit zorgt voor een sterke vergroting van het oppervlak. Als je de lamellen van de hoefwand plat zou strijken meet het dermis meer dan een vierkante meter per hoef! Dit zorgt voor een zeer sterke verbinding die het bijna onmogelijk maakt de hoefwand van de voet af te trekken.
De dermale lamellen lopen, als de hoefwand perfect aansluit, allemaal netjes parallel aan elkaar (links). De hoornpijpjes en epidermale lamellen lopen in exact dezelfde richting. Als de hoefwand te lang wordt en zijwaarts of voorwaarts vervormt, zullen de epidermale lamellen trekkracht uitoefenen op de dermale lamellen. Dit kan de lamellen beschadigingen en bloeduitstortingen veroorzaken (rechts). Stress op de verbinding van de hoefwand kan er voor zorgen dat dermale lamellen permanent in tweëen splitsen. Dit wordt soms gezien als een poging van de hoef om de verbinding te versterken maar kan ook simpelweg permanente schade zijn. Dit verschijnsel (bifurbicatie) wordt niet aangetroffen in de hoeven van wilde paarden. Een goede hoef is vrij van trekkrachten die problemen veroorzaken. Door naar de groeirichting van het pijpjeshoorn aan de buitenkant te kijken kun je inschatten of de dermale lamellen aan de binnenkant onder stress staan of niet.
De witte lijn – verbinding tussen hoefwand en zool
Als de hoefwand naar beneden groeit zijn er ter hoogte van de zool geen dermale lamellen meer voor de epidermale lamellen om zich aan vast te hechten. Aan het uiteinde van de dermale lamellen bevinden zich de terminale papillen die een zacht type goudgeel hoorn aanmaken dat tussen de epidermale lamellen wordt geperst. Op deze manier is de hoefwand aan de zool verbonden. Doordat de witte lijn geen levend weefsel bevat is het mogelijk er een nagel doorheen te slaan.
De witte lijn die we zien aan de onderkant van de hoef, rondom de omtrek van de zool, is nooit wit maar schoongevijld is het goudgeel met de uiteinden van de epidermale lamellen van de hoefwand zichtbaar als kleine streepjes. Een betere naam zou ‘gouden lijn’ zijn alhoewel deze lijn in de dagelijkse omgang met het paard vaker bruinig is van kleur door vuil.
Het paard hangt NIET in de lamellen
Een hardnekkig misverstand over hoeven is dat het paard als het ware ‘in z’n lamellen hangt’ in de hoefwand. Dit is niet waar. Of beter gezegd, dat is niet de bedoeling. De natuur maakt geen onlogische constructies en zal geen 600 kilo paard ophangen aan 4 stukjes gevoelige huid! Het paard draagt, als hij gezonde, goed bekapte hoeven heeft ongeveer 80% van zijn gewicht op de buitenste rand van de zool, de hielen en de straal, en de overige 20% op de hoefwand. De lamellen houden de hoefwand stevig op z’n plaats, net als het nagelbed onze nagel aan de vinger bevestigd houdt. Een belangrijk filmpje hierover van de Swedish Hoofschool geeft de ‘final proof‘ dat deze oude visie op hoeven niet klopt.
Draagrand?
Helaas klopt het ‘hangen in de lamellen’ voor paarden met te lange hoefwand of op ijzers. Als de hoefwand sterk is en te lang wordt zal steeds minder gewicht gedragen worden door zool en straal. De spanning op de lamellen, kroonrand en hoefkraakbeenderen neemt toe en hoefmechanisme en schokdemping nemen af.
Een minder sterke hoefwand zal gaan vervormen (flare) of afbreken (zelf trimmen) of de witte lijn zal verbreden. Het gevolg van een minder stevige verbinding tussen de wand en de voet zijn platte zolen en gevoeligheid. Zeker bij paarden die daar last hebben wordt vaak geprobeerd een ‘draagrand’ onder de hoef te laten staan die helaas het probleem verergert in plaats van oplost.
Witte lijn ziekte
Een opgerekte witte lijn kan een broedplaats worden voor schimmels en bacteriën. Maar ook in regelmatig onderhouden hoeven kan witte lijn ziekte plotseling ontstaan. Witte lijn ziekte wordt veroorzaakt door een schimmel die de epidermale lamellen van de witte lijn en het hoorn van de ongepigmenteerde hoefwand wegvreet. In plaats van een goede verbinding tussen hoefwand en zool onstaat er dan een groeve met zwarte troep en een wit poeder. In beslagen paarden heet dit holle wand omdat het probleem door de ijzers niet zichtbaar is maar de wand een hol geluid maakt als je er op tikt. Gelukkig kunnen eigenaars van onbeslagen paarden wel direct in actie komen zodra ze de eerste symptomen zien verschijnen.
Ziekte van de verbinding: Hoefbevangenheid
Voor paarden is een gezonde verbinding tussen capsule en voet van levensbelang.
Metabolische problemen zoals PPID en EMS, infectie of andere ziekte, vergiftiging of een te hoge dosis suiker en/of zetmeel kunnen er toe leiden dat de verbinding tussen de epidermale en dermale lamellen ontstoken raakt, verzwakt of totaal loslaat. In ernstige gevallen van hoefbevangenheid laat niet alleen de hoefwand los maar de gehele capsule. Men spreekt dan van complete ontschoening.
In veel gevallen ontstaat hoefbevangenheid niet van de ene op de andere dag. Het kan een proces zijn dat je lang van te voren aan kunt zien komen als je weet waar je op moet letten en de hoeven van je paard kunt ‘lezen’.
Een optimale verbinding tussen voet en capsule
Voor de gezondheid van de hoef is een sterke verbinding tussen de voet en de hoefwand belangrijk. Je kunt door eenvoudige observaties beoordelen of deze verbinding optimaal is:
- De witte lijn is strak (niet breder dan een millimeter)
- De witte lijn valt samen met je ring bij het hoefmappen (voorhoeven)
- De capsule vertoont nergens flare
- De pijpjes van de hoefwand lopen parallel in de juiste richting
- De hoefwand vertoont geen horizontale randen
- De hoefwand heeft geen vertikale scheurtjes of barsten
De 5 sleutels zorgen voor een optimaal verbonden hoefwand:
- Hoefonderhoud van jongs af aan, een heel leven lang
- Anatomisch correcte balans
- Trimmen voordat er trekkrachten op de hoefwand komen
- Natuurlijke voeding met een laag suiker en zetmeel gehalte
- Uitgebalanceerde mineralen
- Zo veel mogelijke vrije beweging in kuddeverband
- Gevarieerde ondergrond
- Geef schimmels geen kans en bestrijd ze direct
Artikelen over de anatomie van de hoef:
Anatomie deel 1 – De binnenkant van de hoef
Anatomie deel 2 – De onderkant van de hoef
Anatomie deel 3 – De buitenkant van de hoef
Anatomie deel 4 – De achterkant van de hoef
Stralen, de kussens van de hoef
Steunsels
Groei en verbinding van de hoef